Je zou een ecologische tuin kunnen zien als een mini ecosysteem. De bedoeling hiervan is om op een zo nauwkeurig mogelijke manier, zonder de natuur hierbij te belasten, de omstandigheden na te bootsen van een ongerept eco systeem. Planten, die zowel een functionele waarde als een decoratieve waarde hebben, staan aan de basis van een ecologische tuin.

Het aanleggen en onderhouden van een ecologische tuin heeft enorm veel voordelen voor de natuur. Het is een onderkomen voor insecten, vogels en zoogdieren die in het wild leven. maar de ecologische tuin heeft ook bloemen en kruiden, produceert voeding en bevat planten die voor de bereiding van producten die medicinaal zijn gebruikt kunnen worden.

De basis van de ecologische tuin

Iedere ecologische tuin heeft als basis inheemse planten. Als je deze planten groepeert op een slimme manier, dan kan er een compacte en dichte groei ontstaan, waar het voor onkruid onmogelijk is om te groeien. Door gebruik te maken van slimme combinaties, kun je een onderhoudsvrije ecologische tuin maken, die in diverse behoeften kan voorzien van mens en dier.

Doordat diverse plantensoorten logisch gegroepeerd dienen te worden, kan een ecologische tuin een complexe structuur hebben. Dit heeft esthetisch gezien tal van voordelen. Tijdens ieder seizoen zal er namelijk ergens in de tuin gras aanwezig zijn. Het doel van de ecologische tuin is een natuurlijke uitstraling. Dit kan bereikt worden door in te spelen op het aanbod van inheemse planten.

De laatste jaren wordt een ecologische tuin steeds populairder. Niet alleen omdat het een trend is, maar meer omdat een ecologische tuin enorm onderhoudsvriendelijk is en ze heel veel voordelen heeft als je ze vergelijkt met een normale tuin.

Het gebruik van meststoffen

Over het algemeen zal je tuin jarenlang prachtig bloeien zonder dat je hier ook maar iets voor hoeft te doen. Toch zullen er vroeg of laat meststoffen aan te pas moeten komen om de planten van extra voeding te voorzien. Dit hebben ze nu eenmaal nodig. Meststoffen die bomen en planten nodig hebben worden gehaald uit regenwater dat op hun bladeren en op de grond terecht komt. Heb je echter veel planten, dan hebben ze niet genoeg aan alleen maar regenwater. En woon je in de stad, dan is er een grote kans dat het regenwater vervuild is. Een fikse regenbui zal dan eerder een negatief effect hebben op je planten dan een positief effect.

Er is een onderscheid tussen organische meststoffen en anorganische meststoffen. Organische meststoffen bestaan uit compost en dierlijke mest. Deze meststoffen hebben het voordeel dat ze de structuur van de bodem verbeteren en dat ze organismen hebben die van belang zijn voor de bodem. Ze werken alleen erg traag en dat is een nadeel. Organismen hebben tijd nodig om hun werk in de bodem te doen. En bij plantensoorten die vragen om specifieke voeding, hebben organische meststoffen vaak niet het gewenste resultaat.

Anorganische meststoffen werken juist doeltreffend en snel, maar ze maken na verloop van tijd wel de bodem zuurder. Om deze verzuring tegen te gaan, zul je op regelmatige basis kalk moeten toevoegen aan de bodem. Het is ook belangrijk om goed te kijken naar de verpakking, zodat je de juiste meststof hebt voor de juiste plant. Is dit namelijk niet het geval, dan kan het aan de wortels van de betreffende plant ernstige schade aanbrengen.